‘Het grote verschil tussen een waterwoning en een nieuwbouwwoning is – zoals de naam al verraad – dat de waterwoning op het water drijft. Hierdoor ligt hij niet op straatniveau (grondgebonden) en kan hij in principe verplaatst worden, ondanks dat hij verankerd ligt. Alleen de Rabobank en Triodos Bank bieden een hypotheek aan voor een waterwoning.’ legt Aletta uit.
Doordat de woning in de basis verplaatsbaar is, gelden er ook andere eisen aan de hypotheekaanvraag. ‘Zo mag je tot maximaal 90% van de taxatiewaarde van de waterwoning financieren. Normaalgesproken is dit de volledige 100%. Dit betekent dus dat je 10% van de woning zelf moet betalen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van spaargeld, beleggingsvermogen, overwaarde vanuit de huidige woning of een schenking.’
Ook de hypotheekaanvraag verloopt iets anders voor een waterwoning. ‘Normaal gesproken is er bij een nieuwbouwwoning geen taxatierapport nodig. Voor de hypotheek van een waterwoning is dit wel een eis. Het taxatierapport wordt opgesteld op basis van de tekeningen/plattegronden van de waterwoning en de kavel. Verder zijn er eigenlijk geen aanvullende voorwaarden of extra zaken die in de hypotheekaanvraag doorlopen moeten worden.’
Zodra je een waterwoning koopt, geldt er een opslag op de rente die je betaalt. ‘De opslag die op de rente geldt is 0,8%. Dit valt reuze mee, want je kunt op dit moment (mei 2021) nog steeds de rente voor 20 jaar vastzetten onder de 2,5%.’legt Aletta uit.
Daarnaast is het niet mogelijk je waterwoning (deels) aflossingsvrij financieren. ‘Ook als je vanuit een oude hypotheek nog recht hebt op een gedeelte aflossingsvrij mag dit in het geval van een waterwoning niet worden meegenomen. De lening moet volledig worden afgelost in 30 jaar. En heb je ook een hypotheek op de ligplaats? Die moet bij Rabobank binnen 20 jaar worden afgelost.’